Zondag, 14 april 09:58u. Samen met 17 duizend andere lopers sta ik klaar voor de start op de Schiedamsedijk. Iedereen is stil. Het enige geluid wat ik hoor zijn krijsende meeuwen en het geratel van een helikopter. Een minuut stilte voor Kelvin Kiptum; de onlangs tragisch omgekomen topatleet die hier vandaag misschien wel voor vuurwerk had gezorgd. De minuut is voorbij. Een golf van applaus. Indrukwekkend.
De afgelopen drie maanden trainde ik, net als vorig jaar, met een schema van Ben Parkes. Waar dat vorig jaar resulteerde in een PR van 3:04 uur had ik nu mijn zinnen gezet op een sub 3 uur finish. Veel duurlopen van 30 tot 35 km, tempolopen en intervaltrainingen moesten er voor gaan zorgen. Een paar weken eerder liep ik nog een 1:24 uur halve marathon tijdens de Stevensloop. Het zag er hoopvol uit.
Naast het persoonlijke doel liep ik dit jaar ook om geld op te halen voor de KWF Kankerstichting. Vrienden, familie en collega’s doneerden gul voor dit belangrijke doel. Hartelijk dank aan iedereen! Wat dat betreft was het eigenlijk al een succes. Nu nog die sub 3.
Zondag, 14 april, 10:00u. De scheepstoeter klinkt en ik beweeg mij met de massa over de Erasmusbrug. Na mijn fantastische eerste keer in Rotterdam vorig jaar keek ik weer uit naar dit moment. De trainingsweken zitten erop. De rusteloze taperweken zijn voorbij. Nog even zwaai ik naar mijn vriendin halverwege de brug en begin aan het avontuur.
Vrijwel direct na de start heb ik al best een droge mond. Heb ik te weinig gedronken van te voren? Het is altijd een fijne balans; genoeg vocht innemen voor de start, maar niet hoeven plassen tijdens de wedstrijd. Wellicht toch iets te zuinig geweest met drinken. Ik kijk bij het aflopen van de brug al uit naar de eerste drinkpost.
Ik moet voor een sub 3 een snelheid van onder de 4:16 /km lopen. Na iedere kilometer krijg ik een samenvatting op mijn horloge. Ik blijf er keurig onder. De eerste kilometers zelfs iets te ruim. Ik probeer mijn snelheid te temperen. Het lopen gaat makkelijk en de kilometers vliegen voorbij.
Ieder half uur neem ik een Maurten gel. De eerste met cafeïne, daarna de gewone. Bij de drinkposten neem ik steeds een paar flinke teugen water. Bij de sponsposten pak ik telkens een spons aan en knijp die leeg op mijn hoofd en in mijn nek. De zon begint steeds meer door te breken en het is nog best wel warm.
Ter hoogte van het Zuiderpark op 17 km staat mijn pa met zijn vriendin. Ik zie ze net op tijd om snel naar rechts te duiken voor high fives. Mijn vader, vroeger zelf een fanatiek hardloper, wakkerde bij mij als kind de liefde voor het lopen aan. Sinds ik als volwassene met evenementen mee ging doen, was hij nog niet eerder komen kijken. Dit is dus een bijzonder moment, ook mede door zijn gezondheidssituatie in de afgelopen jaren. Met een brede grijns loop ik rond het park.
Halverwege kom ik door op 1:28 uur. Mijn snelheid schommelt tussen 4:10 en 4:12 /km. De tijden zien er goed uit voor een sub 3, maar mijn bovenbenen beginnen al wat zwaarder te worden. Minder goed. Ik kijk er naar uit om weer terug te keren naar de stad, waar de sfeer met grote hoeveelheid publiek mij hopelijk op schema kan houden.
Vanaf 25 km begint mijn snelheid echter af te nemen; 4:20, 4:25, 4:28 /km. De Erasmusbrug weer op voelt zwaarder dan vorig jaar. Gelukkig staat mijn vriendin beneden langs de Schiedamsedijk voor de nodige motivatie. Nog 14 km. De snelheid neemt nog meer af. Het idee van sub 3 kan ik wel al loslaten. Een PR zal op deze manier ook lastig gaan worden. Jammer, maar het is niet anders. Nu maar eens zien te finishen!
De aanmoedigingen en feeststemming in de stad zorgen voor wat afleiding. Als ik echter na 33 km aan het stuk rond de Kralingse Plas begin, krijg ik het erg zwaar. Mijn snelheid loopt af naar ver boven de 5 minuten per kilometer. Na 36 km kan ik zelfs de verleiding niet weerstaan om even een paar stappen te wandelen. Gevaarlijk, want voor je het weet komt er van hardlopen niks meer terecht. Verder rennen! Langzaam dan maar. Zo gebeurt me dit nog een paar keer rond de Kralingse Plas voordat ik weer richting de stad ga.
De laatste paar kilometers door de Boezemstraat terug naar het centrum zijn krankzinnig. Zoveel mensen, wat een feest! Ik heb hier het publiek echt nodig om mezelf in beweging te houden. Ik hoor mijn naam van alle kanten. Mensen schreeuwen me vooruit. Fantastisch, maar wat kijk ik er naar uit om te stoppen.
Na de laatste bocht de Coolsingel op is de aanblik van het publiek langs het rechte stuk richting de finish wederom overdonderend. Net als vorig jaar schieten hier de tranen in mijn ogen. De marathon, wat een belevenis. Ik weet in de laatste paar honderd meter weer wat meer snelheid te maken en trots passeer ik de streep in 3:12:48 uur.
Geen sub 3 of PR, maar wel mijn tweede snelste marathon. De schade is beperkt gebleven. Waar het aan ligt blijft gissen. De marathontraining biedt geen zekerheid voor de wedstrijd zelf. Toch iets te snel gestart? Te weinig gedronken voor de start? Wie zal het zeggen. In het najaar nog maar eens proberen. Het was in ieder geval weer een bijzondere ervaring in Rotterdam waar ik tevens een mooi bedrag ophaalde voor KWF.