Midden in de piekweken van de marathontraining, en nog maar vier weken tot de start in Rotterdam, werd het eens tijd voor een wedstrijd als test. Ik schreef mij in voor de halve marathon bij de Stevensloop in Nijmegen. Twee jaar geleden liep ik daar een PR, die ik sindsdien niet meer had verbeterd. Wat had ik deze dag in de benen?
Zondag, 17 maart, 12:00u. In het Kronenburgerpark start ik vanuit het voorste startvak met de fanatiekelingen. Het is goed loopweer, een grijze dag met een waterig zonnetje en zo’n 11 ºC. Mijn doel is rond de 4:00 /km te lopen, maar de eerste kilometers laat ik mij meeslepen in een hoger tempo dat daar zo’n tien tot twintig seconden onder ligt. Het voelt goed, maar ik houd na vier kilometer iets in, want ik ben bang dat ik anders in de problemen kom later in de wedstrijd.
Na de Waal over te zijn gestoken via de voetgangersbrug, loopt de route door de straten van de noordelijke wijk Lent. Er staat aardig wat publiek op straat en kinderen staan met uitgestoken handjes klaar voor high fives. Na wat stukjes door de wijk loop ik over het stadseiland Veur-Lent, wat midden in de Waal ligt. Ik haak aan bij een groepje om mij te beschutten tegen de wind op dit open stuk. We lopen langs het beeld van een groot Romeins strijdmasker en via de Waalbrug weer terug naar het centrum.
Ik neem een Maurten gel en pak bij de drankpost een sportdrank aan. Onhandig neem ik wat slokken zonder vaart te minderen. Ik moet vlug zijn om het bekertje nog op tijd in de recyclingbak te gooien die net na de drankpost staat. Suggestie voor de organisatie; plaats die bak een stuk verder (of plaats meerdere), zodat lopers wat meer tijd hebben om te drinken. Overigens complimenten voor de duurzame aanpak bij dit evenement; zo kunnen ook startnummers na de finish worden ingeleverd voor recycling, maken ze gebruik van een duurzame medaille en kun je op de wedstrijddag gratis met de bus binnen Nijmegen.
Bij de drankpost ben ik het groepje kwijtgeraakt waar ik mee liep. De route loopt nu weer de stad uit richting het oosten, de Ooijpolder in. Hier loop ik alleen over een smalle weg tussen weilanden en water. Een stevige wind van voren. Waar ik mij over de Waalbrug nog lekker kon verschuilen achter het groepje sta ik er nu alleen voor. Zo’n 150 meter voor mij loopt wel een groep, maar het lukt me niet om aan te sluiten.
Gelukkig buigt het parcours na zo’n 2,5 km weer terug richting de stad en heb ik de wind van achter. Als ik de Ooijpolder achter mij laat en weer het centrum inloop, zie ik aan de andere kant van de weg de massa deelnemers mij tegemoet lopen die in latere startvakken zijn gestart. Ik voel veel ogen op mij gericht, hier lopend aan deze kant van het parcours in een uitgedund veld. Het motiveert mij om extra aan te zetten. Nog zo’n 5km te gaan.
Kijkend op mijn horloge wordt het mij inmiddels wel duidelijk dat dit een tijd kan gaan worden onder mijn PR. De gemiddelde snelheid is nauwelijks afgenomen en schommelt rond de beoogde 4:00 /km. De benen voelen nog goed! De laatste kilometers gaan heen en terug over de kade langs de Waal met een lus bij de haven. Ik begin nu mensen in te halen, waaronder de vierde vrouw.
Voor de Waalbrug buigt de route in een grote bocht naar rechts af voor de laatste paar honderd meter naar de finish op de Grote Markt. In deze bocht gaat het nog verrassend omhoog wat mijn snelheid wat doet afnemen. Dat klimmetje had ik niet op gerekend. Nog 300 meter. Nog 200. Er staat veel publiek op het laatste rechte stuk richting het plein. Mensen trommelen op de reclameborden die bevestigd zijn op de dranghekken. Net voor de finish hoor ik mijn vriendin mijn naam schreeuwen. Ik zwaai en finish met een lach. 01:24:47. Eenenveertig seconden van mijn vorige PR en goed voor de 8e plek M40. Een mooie dag welke een goed gevoel geeft voor Rotterdam. Let’s go!